Jacob Gerritsz Swem
Admirael Jacob Gerritsz Swem,
geb. te Huijsen,
ovl. op 18-12-1722 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 22-12-1722 te Huijsen; Impost f 3,-,
, -
ORA-184-3217A009; 29-01-1723: Lijsbet Gijsberts laast weduwe van Jacob (Gerritsz) Swem ter eenre en Lambert (Gerritsz) Swem enigste broeder en universele erffgenaam van de voorn: Jacob (Gerritsz) Swem aan wie hij f 25:10:- geleend had.- Vader:
Gerrit Hendricksz Swem,
geb. te Huijsen; Koptienden Eerste: 1659-77,
ovl. op 23-11-1720 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1660-61,
begr. op 23-11-1720 te Huijsen; Pro Deo,
, -
GERRIT HEIJNRICKSZ SWEM
Huizen Koptienden (1659-77 1660-61):
1659-77: v. Lambert Aertsz 5 cop
1662-43: v. Peter Lambertsz (Bolheijt) 4 cop 3/4
- Situatie: 1 Spt 1 cop 3/4
1662-57: op Lambert Claesz Prins 4 cop 3/4
1662-64: op Gijsbert Evertsz Glaesmaker 5 cop
-
ORA-184-3170; 18-01-1659: Pieter Lambertsz Bolheijt onse buijrman vercocht voor f 246:10 aen Gerrit Hendricksz Swem onse mede buijrman een / mutset landts gelegen op de Nenge naest het landt van Timen Rutten ten Noorden @ van Wichert Hendricksz
ten suijden
-
ORA-184-3170; 12-05-1659: Publieke Verkoop
ONA-3018; 11-02-1663: Rechtdagh; wonende tot Huijsen
-
SAGV155.2-3235, Folio 19; 17-10-1662: Ebbetien Tijmis weduwe van Hendrick Rutgersz tot Blaricum eijser CONTRA Gerrit Hendricksz Swem tot Huijsen gedaegde; betaling van koe gekocht in 1660
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 154; 13-11-1662: Laren, Gerrit Hendricksz Swem
-
ORA-184-3171; 29-03-1666: Gerrit Hendricksz Swem CONTRA Jan Lourisz f 25 voor gelevert vleijs
-
ORA-184-3172; 30-01-1676: alle gemeene crediteuren van Gerrit Hendricksz Swem ofte desselve boedel zijn per billette geinformeerd. Verclaren mits desen, alsoo niemandt anders gecompeteerd is Yets tot laste van den voorn boedel was pretenderen
als de Burgemr. Jan Coopal van wege sijnen moeder Barttgen Hendricks, dat op de penningen die geprocedeert sijn van de vercoghte huijsinge bij de voorn Gerrit Hendrickz Swem nagelaten, geprefereert sal wesen de voorn Bartgen Hendricks met de
somme van f 200 met de onbetaelde interesten van dien volgens schepenkennissin dato 01-07-1662.
tr. op 30-04-1713 te Huijsen; Pro Deo
met
Lijsbet Gijsberts , dr. van Gijsbert en Stijntje Dircks ,
geb. te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Belijdenis 27-03-1701,
ovl. op 21-05-1742 te Huijsen,
begr. op 21-05-1742 te Huijsen; Impost: f 3,-,
, -
ONA-3714A033; 18-12-1693: Testament Claas Ebben bejaart jonghman wonende binnen Huijsen: legateert aan:
- Ebbe Willemsen Koij en Claas Willemsz Koij, kinderen van comparants overleden halve zuster Lambertie Dircksz zaliger ieder f 6,-;
- Jacob Gijsbertsen, Harmpje, Lijsbeth en Ebbetie Gijsberts kinderen van Stijntie Dircks zijn comparants gewesen halve zuster ieder f 6,-.
- Ebbetie Tijmis nagelaten dochter van Bijtien Ebben zijn comparants hele zuster f 6,-.
- Hij benoemt voor het overige als universele erfgenamen zijn nichten genaamd Jannetie Tijmis en Tijmetien Tijmis, naargelaten kinderen van zijn voorsz overleden zuster Bijtien Ebben
In presentie van Rut Gerritsz Smit out-buijrmr. en Gerrit Pietersz Slocker
-
ORA-184-3177; 28-04-1713: Akte van bewijs. Claes Jansz Swart is overleden nalatende 3 kinderen verwekt bij zijn weduwe Lijsbet Gijsberts, die een 2e huwelijk wenst aan te gaan; 13 voet maetland op Bussumermaet, 3 schepel bouland aen de
Bussumerwegh; onderhoud en de opvoeding van de kinderen.
Tot voogden over de kinderen gestelt: Claes Jacobsz Schram en Mr. Claes de Swart
-
ORA-184-3217A009; 29-01-1723: Lijsbet Gijsberts laast weduwe van Jacob (Gerritsz) Swem ter eenre en Lambert (Gerritsz) Swem enigste broeder en universele erffgenaam van de voorn: Jacob (Gerritsz) Swem aan wie hij f 25:10:- geleend had,
tr. (1)
met Claes Jansz Swart
>